Nu het buiten weer dunnetjes aan begint te voelen, keren we terug naar de akkers van Gerard en Harm. Vernieuwing in de landbouw, innovatieve technieken, het klinkt allemaal mooi, maar hoe ziet dat er nu eigenlijk uit? Op het veld kan het simpelweg neer komen op een andere manier van zaaien. Neem nu graan, dat kennen we allemaal als goudgele wuivende akkers. Dicht op elkaar gepakte halmen, een prima voorbeeld van goed gebruik van de oppervlakte. Of toch niet? Er zijn ook nadelen aan de dichte structuur van de begroeiing. Voor het beheer van de fauna op de akker bijvoorbeeld. Veldmuizen en andere kleine knagers vinden hun weg wel tussen het dichte graan, maar voor de natuurlijke vijanden in de lucht is het heel wat moeilijker fourageren op dergelijk terrein.
Verdund zaaien is een van de speerpunten van de vernieuwing in de landbouw. Op de graanvelden van Harm en Gerard komt het er op neer, dat op een deel van de akker slechts de helft van wat er normaal wordt ingezaaid in de bodem verdwijnt. Op dezelfde oppervlakte welteverstaan. Dat betekent dus, dat de halmen een keer zover van elkaar komen te staan. Dat geeft lucht in het gewas, maar ook ruimte voor roofvogels om van bovenaf hun prooi te lokaliseren en te verschalken. Heel economisch klinkt het allemaal niet, om slechts de helft van je mogelijke areaal te verzilveren. Zo zwart//wit is het echter allemaal niet. Er zijn meer bijkomende voordelen aan het verdund zaaien. Meer lucht betekent ook meer licht. Meer licht betekent meer groei en dat geeft weer extra opbrengst. Kort gezegd betekent het dat je met 50 procent minder zaaigoed slechts 20 procent minder opbrengst kunt binnenhalen. Dan wordt het verhaal toch even anders.
Het is verrassend om te zien dat een plant die de ruimte krijgt daadwerkelijk zoveel meer opbrengst geeft. Dikkere stelen, vollere aren. Daarbij wordt het wuivend graan plots een heel andere biotoop voor het leven op de grond en in de lucht. Zorgen natuurlijke vijanden voor een evenwicht dat ongediertebestrijding minder intensief maakt. Zo komen cultuur en natuur letterlijk dichter bij elkaar. Lucht en licht voor plant en dier. Het lijkt zo simpel en eigenlijk is het dat ook. Mitsen en maren blijven er natuurlijk ook. Het verdund zaaien vergt, hoe tegenstrijdig dat ook klinkt, extra werk. Omdat slechts 20 procent van de akker verdund wordt ingezaaid, moeten bestaande machines handmatig opnieuw worden ingesteld, zaaibuizen afgekoppeld en zo meer. Per hectare gaat de opbrengst er dus per saldo op achteruit. Kijken we iets verder dan alleen het economisch gewin, dan is de meerwaarde voor de polder overduidelijk.
Dankzij financiƫle ondersteuning vanuit bijvoorbeeld het Zeeuws Bouwplan en het Landbouwinnovatiefonds kunnen boeren zoals Gerard en Harm blijven experimenteren met teelten die bijdragen aan een meer natuurinclusieve landbouw zonder daarbij aan het belang van de landbouw voorbij te gaan. De lagere opbrengst van zo'n 5 procent is relatief eenvoudig te compenseren. De unieke grensoverschrijdende samenwerking hier in Grenspark Groot Saeftinghe draagt daar in bijzondere mate aan bij. Niet alleen door gedeelde kennis en ervaringen, maar zeker ook door het werken aan een steeds verdergaande (financiƫle) samenwerking over de landsgrens heen. Zoals de natuur geen grenzen kent, zo zou dat eigenlijk ook voor de haar omarmende landbouw moeten kunnen gelden. En daar wordt hier hard aan gewerkt.
Marc GF Zaan